Kaarten voor openbaar vervoer (OV-kaarten)

Reizigers in het openbaar vervoer (OV) moeten in een oogwenk kunnen zien waar ze zijn en hoe de paarse lijn waar ze zich op bevinden de groene kruist en dat die ze naar hun eindbestemming brengt.
Een goede OV-kaart heeft heel veel informatie te geven in beperkte tijd. Een gehaaste reiziger wil enkel de informatie zien die hij of zij nodig heeft en alle overige informatie moet als onnodig naar de achtergrond verdwijnen.
dit zorgt ervoor dat OV-kaarten abstract en kleurrijk zijn.

OV-kaarten (transit maps) zijn voor vormgevers als ik een waar feestje. Het is namelijk pure communicatie. Welke informatie kan een reiziger nodig hebben en welke informatie is totaal overbodig voor dit zeer specifieke doel en laten we dus achterwegen.

Een van de interessantste vragen die we stellen is of het belangrijk is voor iemand die onderweg is (in het openbaar vervoer) om te weten waar hij of zij zich tijdens de reis bevindt. Moeten we weten hoe onze reis loopt of zitten we tot onze eindbestemming in een soort twilight zone en boeit het eigenlijk geen zier?

Hieronder twee voorbeelden van hetzelfde metronetwerk van Amsterdam.

Het lijkt nagenoeg dezelfde kaart maar als we beter kijken zien we wel degelijk belangrijke verschillen. De makers hebben verschillende overwegingen gehad en kozen ervoor om andere informatie weer te geven.

De maker van de linkerkaart heeft ervoor gekozen ook het treinnetwerk te tonen. De maker van de rechterkaart heeft ervoor gekozen enkel bij de metrohaltes een NS logo te plaatsen. Waarom je dat wel of niet zou doen kan ik zo niet echt goed verklaren. Wellicht is het de wens van de opdrachtgever. Wellicht is de linkerkaart kaart door de NS uitgebracht en is het belangrijk voor ze om te laten zien hoe hun netwerk op het metronetwerk aansluit.

De rechterkaart geeft een indicatie van reistijd en kosten tussen elke halte. Wat mij betreft overbodig. Wanneer we van Gein naar het Centraal Station reizen kunnen we alle cijfertjes optellen en weten we wat het kost aan tijd en geld. Een vrij irritante handeling. Het kan voor toeristen interessant zijn om te weten hoeveel ze iedere dag kwijt zijn als ze een Airbnb in Bullewijk zouden huren. Maar daar zijn betere manieren voor als je het mij vraagt. Daar heb je dan weer geen kaart voor nodig.
Wellicht komt de kaart voort uit de transitie van strippenkaart naar chipkaart. We betalen nu niet meer per zone maar letterlijk voor de afgelegde afstand.

Maar misschien het belangrijkste verschil: de rechterkaart toont op de achtergrond een zeer lichte en gestileerde kaart van Amsterdam. De maker heeft er duidelijk voor gekozen de reiziger een indicatie te geven hoe het metronetwerk zich tot de stad verhoud. De linkerkaart laat dat helemaal weg. De maker wil de reiziger een idee van de ligging geven. Maar als de maker van de rechterkaart dat niet voor ogen had. Waarom liggen de lijnen dan nog op de ‘enigszins’ realistische plek? Zo komen we dus weer op dat eerder genoemde vraagstuk: Wanneer men zich in het openbaar vervoer bevindt, heeft hij of zij verbinding nodig met de omgeving.

Deze kaart gaat nog een stap verder en stileert Amsterdam tot een cirkel. Die extra stap maakt dit wel de duidelijkste van de drie kaarten wat aantoont dat we heel veel informatie kunnen interpreteren als deze informatie maar helder wordt verschaft.

Vroege OV-kaarten hadden meer geografische correctheid. Hieronder zien we een kaart van de Noordhollandse Tram. Die verschillende dorpen in Noord-Holland met Amsterdam verbond. Tegenwoordig lossen we dit op met bussen.

Ze zeggen wel eens “Noord…? Daar gaat geen tram…” Om denigrerend over Noord te doen maar blijkbaar was dat vroeger wel anders. Zelfs Marken was verbonden.

Al eerder zagen we geabstraheerde delen van een lijn maar in 1929 was het George Dow die voor het eerst het volledige netwerk van ‘Londen and North Eastern Railway’ als abstract diagram weergaf. En het was deze kaart die de inspiratie vormde voor de iconische kaart van de ‘London Underground’ door Harry Beck in 1933.
Londen and North Eastern Railway.
George Dow
Londen Underground.
Harry Beck
Deze stijl vormt tot op de dag van de inspiratie van bijna alle OV-kaarten. Er wordt wel wat mee gevogeld maar nooit met echt groot succes. Om goed te communiceren is het van belang dat zender (de maker van de kaart) en ontvanger (de reiziger) dezelfde taal spreken.

Tony Chocolonely maakte ooit de fout een melk chocolade reep een rode kleur te geven. De reden was dat ze van mening waren een belangrijke boodschap te verkondigen. Dat was destijds de communicatie waar ze voor kozen. Nu zijn ze uitgegroeid tot een volledig merk met meerdere repen en zitten ze nog steeds met een rode kleur voor melk en is de blauwe kleur voor puur gebruikt. Dit levert veel verwarring op bij kopers die zich hier niet van bewust zijn.

Het is dus van belang dat we communiceren met elementen die herkenbaar zijn voor de reiziger.

Kleur:

Kleur is wellicht het belangrijkste communicatiemiddel dat we hebben. Het is van belang dat we verschillende lijnen van elkaar kunnen onderscheiden. Wanneer verschillende lijnen een tijdje met elkaar opgaan of wanneer lijnen een plotselinge hoek omgaan moeten we dat kunnen volgen. Ook wanneer lijnen kruisen moet in één oogopslag te zien zijn dat het om twee of meer lijnen gaat en dat we wellicht over moeten stappen.

Deze New York Subway kaart maakt het ons moeilijk. Meerdere lijnen gebruiken dezelfde kleur. Je kunt dus niet zomaar je kleur volgen maar moet opletten dat je de juiste lijn volgt.

 

Haltes:

We zien vaak verschillende haltes op een lijn. Een simpele halte met straatnaam, een overstap halte waar lijnen elkaar kruisen, haltes waar je op ander vervoer kunt overstappen zoals een treinstation of vliegveld en eindhaltes. Soms past een eindhalte niet op de kaart omdat de lijn doorrijdt naar buitenstadjes dan krijgen we vaak een aanduiding daarvan.

In de nieuwe Dublin Luas kaart gaat dat eventjes een beetje mis.

Waarom zijn O’Connell Upper en Sandyford aangegeven als overstap halte? Kun je er overstappen? Waarop?

Tevens kruisen de lijnen elkaar maar om over te stappen moet je een klein stukje lopen (de Luas loopt boven de grond). Dit is opgelost doormiddel van een inset (kleine detailkaart) maar die is naar mijn mening niet heel duidelijk. Waarom de inset niet overeenkomt met het grijze deel in de kaart is een raadsel. Wellicht omdat het al een raadsel is waarom dat deel grijs is en niet het gehele onduidelijke deel. En het is lelijk gedaan.

Ook maakt de kaart een fout in de lijnkleuren. Deze kaart toont drie lijnen (ook in de legenda staat hij als aparte lijn aangegeven) terwijl er maar twee lijnen zijn. Blauw is in Ierland een gebruikelijke kleur om constructie aan te geven. De blauwe lijn wordt een extensie van groen maar als je dat niet weet denk je dat het om een aparte lijn gaat en het risico bestaat dat reizigers (toeristen) bij St. Stephans Green uitstappen om een andere Luas te nemen.

Locatie:

We moeten van tevoren kiezen in hoeverre we het netwerk abstraheren. Hoe abstracter we het netwerk maken hoe verder het van de werkelijkheid af komt te staan.

De kaarten hierboven tonen het metronetwerk van Madrid. Ze hadden voor extra abstractie gekozen door geen diagonale lijnen te gebruiken (links). Na een storm van klachten zijn ze daar weer vanaf gestapt.

Mensen willen dus toch enigszins begrijpen hoe de kaart zich tot de stad verhoudt.

Londen
Singapore
Oslo

Follow us

1 Reactie

  1. Karen

    Goed verhaal, ik leer steeds wat van je

    Antwoord

Laat een reactie achter voor Karen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Denk jij dat Maps Maps Maps ook jou kan helpen

neem dan nu contact op.

Maps Maps Maps, Oude Looierstraat 65-67, 1016 VH Amsterdam, 0620702800, info@mapsmapsmaps.nl

Pin It on Pinterest

Share This

Vertel het je vrienden

Deel dit op je favoriete netwerk